in

”Stuur ons die video’s niet weer, je ziet er uit als een lijk”

In 2012 overwon  Eric Abidal leverkanker. De vleugelverdediger van FC Barcelona moest in 2011 noodgedwongen tijdelijk stoppen met voetballen. Abidal liet de tumor verwijderen en leek gewoon weer te kunnen gaan voetballen. Toch moest Abidal een jaar later opnieuw onder het mes om een levertransplantatie te ondergaan. Zijn neef bezorgde hem die lever. Abidal stopte uiteindelijk met de sport. Met canal+ blikt hij terug op die tijd en doet hij onthulde uitspraken over zijn teamgenoten.

Abidal, die met Barcelona zo’n beetje alle prijzen gewonnen  heeft die er te winnen zijn, kende een zware periode tijdens zijn ziekte. Desondanks was de Fransman blij met de snelle operaties die hij kreeg. “De pijn zal ik me mijn hele leven lang niet meer vergeten. Het was ondraaglijk, alsof je gestoken werd door een mes. Toen de dokter zich verontschuldigde voor het feit dat ik wederom geopereerd moest worden, was ik daar enorm blij mee. Die pijn wens je niemand toe”,  vertelt Abidal in het interview.

Abidal hield in de tijd van zijn ziekte altijd contact met zijn ploeggenoten van FC Barcelona.  Maar niet alle spelers waren daar op alle momenten blij mee. “Voorafgaand aan een wedstrijd maakte ik een video en stuurde die naar de spelers om ze aan te moedigen. Ik zei maak je geen zorgen, ik ben erbij”, zei Abidal, die niet van iedereen goede reacties ontving. ”Maar weet je wat Lionel Messi me vertelde? ‘Stuur zulke dingen niet naar ons op, want het doet ons pijn’ Zo zag ik het zelf niet.  Ik wilde ze aanmoedigen, maar ik hoorde dat ze mij zagen als een lijk. Het verontrustte ze.”

Abidal kon zich ook het bezoekje van Thierry Henry nog goed herinneren, die destijds speelde voor New York Red Bulls . ”Titi kwam me opzoeken in het ziekenhuis van New York. Toen ik hem in de gang zag begon ik te huilen.   Ik wilde niet dat hij mij zo zag, maar ik vond het ontzettend leuk dat hij er was.

Coutinho ontmoet teamgenoten FC Barcelona

‘Overbodige vleugelaanvaller Barcelona op weg naar Napoli’